Mist
Het steile bruggetje houdt een tegenligger verborgen die aan de andere kant net als ik omhoog klimt. Als ik juist over de brug kan kijken, verschijnt haar hoofd ook net boven de rand. Onze ogen lachen naar elkaar. En op het hoogste stukje passeren we elkaar. “Goeie.”“Goeie.” Met wat moeite …