De nevel regent grijs koel nauwkeurig uit.
Ligt stil, in m’n haar, op de mouw van m’n jas.
Een kleine druppel uit mijn wenkbrauw
glipt naar m’n wimpers omlaag.
Mijn stem blijft adem zonder geluid
nu ik hijg in de maat van mijn pas.
Terwijl ik juist spreken wilde en zou,
maar naar woorden zoek voor mijn vraag.
Deze dingen van de ziel waarin taal verloren raakt.
Of niet verloren, maar incompleet, onvolmaakt
niet kan vertellen van wat het is, wat ik verlang.
Ons vinden en raken is alles vergeten is één.
Een leven in niet weten in U is dit alleen:
die stille nevel in druppels op mijn wang.
9 november 2018