Van het Hart – Genesis 32:27b

Op de bodem van mijn hart
een Gedaante in diepzwart
gehuld verborgen gelaat
de armen slap langs het lichaam

Ze kijkt op met gesloten ogen te groot 
voor Haar gezicht vol van leven en van dood 
als Ze mij aanvliegt en diep voelen laat
hoe het is zonder rang, zonder naam

vleugels kristal zuiver en scherp
rinkelend over mijn hoofd geschoren
dwingen mij neer ik laat los Ze gaat heen

nu ik zelf mijn zelf verwerp
en zo stilletjes word herboren
vanuit het duister schoon sereen

opstaand wanneer het zegenend Licht
de ogen opent in mijn gezicht

19 november 2018