uit: ‘Het Appartement’
De verlichting in de straten is uitgevallen. Ellen rijdt wat voorzichtiger dan gebruikelijk. Ook de stoplichten doen niets. Ze knipperen niet eens. In de loop van de oorlog zijn dit soort voorzieningen steeds instabieler geworden. Zeker de zaken in de publieke ruimte, maar ook de nutsvoorzieningen zijn onbetrouwbaar, zelfs het water dat uit de kraan moet komen. En spreek niet over het internet. Ergens in september en oktober vorig jaar zijn de problemen daar begonnen. Sites vielen uit, computers raakten besmet met niet te stoppen virussen en andere malware, internet service providers hielden hun servers en netwerken niet draaiende. Een jaar eerder was het nog ondenkbaar, maar eind 2021 was het internet kapot. En wat een kettingreactie bracht dat op gang! Hele systemen vielen om. Ook die van de overheid, ook die van de ziekenhuizen, ook die van de gemalen en de rioleringen, de luchthavens, alle logistieke systemen. Het heeft indertijd levens gekost…
Inmiddels zijn de meeste mensen wel gewend aan de nieuwe situatie, al blijft het ongemakkelijk. En het voelt dreigend, omdat je niet weet wie wanneer en hoe zal toeslaan. Ook lijkt de permanente militaire aanwezigheid op straat inmiddels gewoon voor vele mensen, maar Ellen raakt altijd weer geïntimideerd door die anonieme vechtmachines met maskers, en kogelwerende vesten, rare kniebeschermers en volle wapenrusting. Ze keert op de parkeerplaats van de flat haar auto en stapt uit, de plensregens in, om de garagedeur te openen. De garagedeur opent knerpend als ze hem omhoog trekt en regenwater gutst er vanaf, op haar rechterarm waarmee ze naar het vettige touwtje grijpt en het licht aan trekt.
In de hal bij de hoofdingang van het appartementengebouw trekt ze haar postvak open. Alleen de krant ligt er in. Ze las altijd graag de krant, meerdere kranten naast elkaar zelfs, maar inmiddels is het nieuws volkomen beheerst door de staat en ze vertrouwt de berichten die wordt gebracht, noch hoe ze wordt gebracht. Met een klap sluit ze haar postvak weer. Ze verwacht een brief van Zonnehart, waar haar vader woont, om het verzorgingscontract definitief te maken, maar weer is die niet bezorgd. Binnenkort zal ze haar vader weer eens bezoeken. Misschien kan ze de brief en het contract dan meenemen of ter plekke definitief maken. Eerder dan dat het contract is getekend, is ze er niet gerust op dat vader veilig is.