1825
Dijken bezwijken Water raast door de polders Huilen en klokken
Dijken bezwijken Water raast door de polders Huilen en klokken
Oud geknot glorieus Wachtend op weer een bloeitijd Kou kraakt in het hout
Stilzitten is niet zijn ding in een straatje zon klinkt zijn gejubel
Dat de toren daar staan mag in donker en licht op de goede plek
Lopend op de tijden van de eeuwigheid, op de oevers van geduldVerstuivend als regen op de vleugels van de zwaan die wacht op haar partnerHet vertrouwen er te mogen zijn is onverwoestbaar van schoonheidLopend op de tijden van eeuwigheid, op de oevers van geduldDe kringen op het water die gaan …
Deel 3 – Nanna “Nanna!” “Nannaaa!” “Naaaaanna!” Het licht van de zaklantaarn van Taeke komt niet ver in de dichte mist. Rondom hem roepen meerdere mensen haar naam. Luid. Soms met lange uithalen. Taeke hoest en zet nog eens aan “Naaanna!” Het klinkt armoedig, wanhopig, valt stil binnen een paar …
Deel 2 – Het gat De rust is weergekeerd op de pleats. Binnen is Dirkje bezig met het vullen en aansteken van de houtkachel. Pyter is zojuist weer naar huis gereden. De takken zijn versnipperd op een paar kleinere na die Dirkje wil gebruiken voor de Kerstversiering. De grote stam …
Deel 1 – Taekes beam Hindrik klautert over een dikke tak. Zodra hij weer stevig staat, steekt hij zijn handen terug in de diepe zakken van zijn overall. Het is stevig koud zo vroeg in de ochtend. De wind is weliswaar wat gaan liggen, maar het waait hard genoeg om …